Pagina's

zaterdag 20 augustus 2016

De trilogie van het kwaad - Roberto Costantini


Jij bent het kwaadTrilogie van het kwaad #1
De wortels van het kwaad -  Trilogie van het kwaad #2
Het kwaad vergeet niet -Trilogie van het kwaad #3

Vertaald door Miriam Bunnik, Mara Schepers
Uitgegeven bij Wereldbibliotheek

Vakantie is voor mij naar Italië gaan. En ja, ook wat meer ontspannende lectuur lezen dan gewoonlijk. Combineer de twee en je komt bij de Italiaanse misdaadroman terecht. Ik heb dit jaar bijzonder genoten van het werk van Roberto Costantini. Zijn Trilogie van het kwaad is niet alleen een knap geschreven misdaadverhaal, het graaft ook in het koloniale verleden van  Italië en toont de pijnlijke verbondenheid  van politiek, geheime diensten, zakenleven en misdaad.
Het hoofdpersonage Inspecteur Michele Balistreri lijkt zo uit een film noir gestapt: poker, seks en alcohol lijken het enige dat hem kan boeien.   Hij maakt een aantal kapitale blunders bij een moordonderzoek en dat blijft hem achtervolgen. Naarmate de plot vordert voel je hoe hij in de knoop ligt met zichzelf en met zijn verleden. Dat wordt uitgewerkt in de volgende delen van de trilogie. Michele heeft zijn jeugd doorgebracht in Tripoli, in Libië, en wat daar gebeurd is, zowel op politiek als op emotioneel vlak,  is de sleutel tot het soms ergerlijke gedrag van Balistreri.  Ik hou van goede verhalen met dat ietsje meer, waar de tijd en de plaats van het gebeuren een eigen verhaal vertellen. Costantini is voor mij dan ook een aanrader.

✭✭✭✭


donderdag 11 augustus 2016

Het huis aan de Gouden Bocht

Vertaald door Mieke Trouw-Luyckx
Uitgegeven bij Luitingh-Sijthoff
blz. 380


Op citytrip in Amsterdam bevond ik mij plots aan de Gouden Bocht, dat stukje aan de Herengracht waar in de 17de eeuw de rijkste Amsterdammers woonden. Ik herinnerde mij meteen dat ik thuis een nog ongelezen boek liggen had, Het huis aan de Gouden Bocht en mijn interesse was meteen gewekt.  
In Jessie Burton's roman komt de jonge plattelandsvrouw Petronella Oortsman er wonen als kersverse bruid van de rijke VOC-koopman Johannes Brandt. Het huwelijk is, om het zachtjes uit te drukken, niet wat Petronella ervan verwachtte. Centraal in het verhaal staat het poppenhuis, een heel duur geschenk van Johannes aan Petronella. Zo'n poppenhuis kostte algauw evenveel als het echte huis. Het is dan ook vakmanschap van de bovenste plank, met inlegwerk, dure materialen en alles tot in de kleinste details een miniatuurversie van het grote huis. Poppenhuizen van dit soort werden vaak gegeven aan jonge vrouwen om op die manier te leren hoe ze een echt huishouden moesten bestieren. Niet dat ik mij daar iets kan bij voorstellen.  In Petronella's leven speelt het een bepalende, mysterieuze rol. En de lezer wordt op die manier toeschouwer van het leven van de gegoede burgerij in Amsterdam.  
Ik heb deze historische roman zeer graag gelezen. De ontwikkeling van de plot met het poppenhuis vertoont misschien wel voodoo-achtige kantjes,  maar de personages zijn zeer sterk getekend. Te sterk, te onafhankelijk denkend voor die tijd, zullen sommige kritische lezers opwerpen, maar ik ben daar nog niet zo zeker van. Ik geloof dat elke tijd zijn onafhankelijke geesten had, vrouwen zowel als mannen,  die misschien niet altijd een publiek forum vonden, maar er wel degelijk waren. En toen ik er na de lectuur van het boek achterkwam dat het poppenhuis van Petronella Oortsman echt bestaat - het is namelijk een van de pronkstukken van het Rijksmuseum - had ik het gevoel dat de cirkel rond was. De Gouden Bocht leidde mij naar dit boek en dit boek stuurt mij - hopelijk binnenkort - terug naar Amsterdam.
★★★1/2