Uitgegeven bij Querido
376 blz.
Indriðason
kennen we als de auteur die IJsland op de thrillerkaart zette met een reeks
romans rond de stugge en melancholische rechercheur Erlendur. Deze roman is
eigenlijk een soort prequel op de Erlendur-romans. In Schemerspel speelt zijn
voorganger en mentor Marion Briem de hoofdrol. De zaak gaat dan ook terug tot in
1972, wanneer in Reykjavik het schaaktornooi
tussen de Amerikaan Bobby Fischer en de Rus Spassky plaatsvindt. De
Koude Oorlog is op zijn hoogtepunt en de spanning is te snijden. Tegen de
achtergrond van dat mega-evenement wordt een scholier doodgestoken in een
oude bioscoop. Wat is het verband?
Met
die verrassende insteek begint de roman. Bijna onmiddellijk springt de auteur ook terug
naar Marions penibele jeugd, gedeeltelijk doorgebracht in een Deens sanatorium.
De vooroorlogse behandeling van tbc was bepaald geen pretje en de ervaring
heeft Marions karakter mee bepaald. Boeiend in elk geval. Indriðason stelt zich
nooit tevreden met oppervlakkige karakterschetsen, en dat is in Schemerspel
niet anders. Indriðason gaat daarin
behoorlijk ver. Met ijzeren discipline – zijn stijl is toch al franjeloos –
slaagt hij erin om in de flashbacks naar Marions kindertijd tot meer dan
halfweg de roman consequent van ‘het kind’ te spreken. Geen hij of zij, geen zijn of haar. Dat samen
met een terloopse opmerking over het androgyne uiterlijk van Marion houdt je op
de achtergrond van je lezersbewustzijn bezig.
Jammer
genoeg raakt de eerste plot, die van de
thriller, daardoor wat op de achtergrond. Zoals de schakers bedachtzaam en traag hun strategie
uitvoeren, zo spelen ook de grootmachten hun eigen, weliswaar dodelijkere, spel. Ik hou wel van een thriller met een ietsje meer, maar Schemerspel is misschien toch iets te traag om een steengoede thriller te zijn.
★★★☆☆
Geen opmerkingen:
Een reactie posten