Uitgegeven bij De Bezige Bij
190 blz.
In Italië is dit een klassieker,
eentje die op de leeslijstjes van elke middelbare scholier voorkomt.
En je kan meteen zien waarom. Het
verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de partizanenstrijd. En die was
in italië echt wel heftig. Italië begon de oorlog als bondgenoot van Hitler,
maar in september 1943 capituleerden ze
voor de geallieerden en werd Mussolini aan de dijk gezet. Na de euforie van het
eerste moment werd de oorlogsrealiteit wel heel grimmig: Duitsland repliceerde
met een brutale bezetting van het noorden, Mussolini en zijn zwarthemden kregen
het weer voor het zeggen en namen wraak voor de vernedering van 1943. De
partizanen, zelf hopeloos verdeeld, voerden een zeer actief verzet.
Middenin die chaotische
oorlogssituatie maakt de jonge partizaan Milton tijd voor een privékwestie. Als
hij verneemt dat het meisje waar hij al
die tijd verliefd op is, misschien iets heeft met zijn beste vriend Giorgio,
wordt dat voor hem een kwestie van levensbelang, belangrijker dan de oorlog. Hij
verlaat zijn compagnie om uit de mond van Giorgio de waarheid te horen en trekt
door de bergen in moeilijke omstandigheden. De vijand is overal, de
fascistische milities, de Duitse patrouilles, het barre weer, de modder, de
mist.
Het is bijzonder knap verteld, en
de verwevenheid van persoonlijke motieven en een groter context verklaren het succes van deze korte roman.
★★★☆☆