Pagina's

zondag 29 januari 2012

Koets naar Wenen – Jan Procházka


Vertaald uit het Tsjechisch door Herbert van Lynden  
Wereldbibliotheek  
128  blz.

Koets naar Wenen speelt zich af in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog in een afgelegen plek in Moravië. Twee Duitse soldaten, de ene op sterven na dood, de andere een jonge melkmuil van 19 jaar, dwingen een vrouw hen naar Wenen te brengen met haar boerenkar. Zij weten niet dat haar man de vorige dag werd opgehangen door Duitsers, zij beseft niet dat het om deserteurs gaat. Ze vertrekt met het vaste plan om haar man te wreken. De bijl ligt al klaar. Het wordt een spannende rit. Waarom wacht de vrouw zo lang met het uitvoeren van haar plan? Je voelt dat dit boek niet goed kan aflopen. Toch verklap ik hiermee niets, want de rit door het bos, dat wemelt van partizanen en Duitsers op de terugtocht, heeft zijn eigen dynamiek, los van alle plannen. 
Op het taalgebruik zou je kunnen afknappen: er worden woorden in gebruikt die zelfs voor een novelle van 1967 totaal verouderd zijn, en soms zelfs niet door Van Dale herkend. Dat zou aan de vertaling kunnen liggen. De grootste troef van Koets naar Wenen is dan ook de thematiek. De lezer wordt meegetrokken in dat langzame proces waarin de vijand steeds meer plaats maakt voor een individu. En dat maakt het verschil: in dit kleine drama ergens ver weg in Moravië, maar evengoed in onze tijd, waar al te makkelijk geschermd wordt met zij en wij.
✮✮✮✩✩ 

woensdag 18 januari 2012

Vrede op Ithaca – Sándor Márai


Vertaald uit het Hongaars door Frans van Nes
Uitgeverij Wereldbibliotheek  
301 blz.


Vrede op Ithaca lezen is als thuiskomen in het pure lezen. Het lezen zoals we dat als kind deden, vol overgave en zonder onderscheid. Ik zal zowat twaalf geweest zijn toen ik de verhalen van de Ilias en de Odyssee leerde kennen in een groot geïllustreerd boek. Het werd het begin van een jarenlange fascinatie voor de klassieke mythologie.
Márai raakte dus duidelijk een gevoelige snaar bij mij met deze roman over Odysseus, door hem consequent Ulysses genoemd. Misschien verliest  Ulysses bij Márai wat van zijn heldhaftige pluimen, net als zijn illustere kompanen Nestor, Achilles, Menelaüs … Maar wat hij verliest wint hij dubbel en dik terug: de Ulysses van Márai is op de eerste plaats een mens, complex en boeiend. In de eerste zang probeert Penelope uit te leggen wie haar man was. Soms doet ze dat vrij laconiek. Mijn man kon wonderbaarlijk goed van huis vertrekken. Hij kon ook fantastisch thuiskomen. Maar één ding kon hij niet: blijven. Dan weer met gepaste bitterheid én met mildheid, naarmate ook zij haar rol in dit verhaal van goden en mensen beter  leert inschatten.  Márai doet voor Penelope wat Paul Lebeau ooit deed voor de figuur van Xanthippe: hij transformeerde haar van stereotype naar vrouw van vlees en bloed. In zang 2 leert de zoon Telemachus van de minnaressen van zijn vader wie of wat zijn vader echt was.  Ten slotte komt Telegonus aan het woord, de zoon die Ulysses verwekt heeft bij de godin Circe. Zijn ontmoeting met zijn vader zal uiteindelijk heel beslissend zijn.  Tegelijk is Vrede op Ithaca het verhaal over de ontwikkeling van  de maatschappij,  waarin de mens het steeds meer overneemt van de goden als regisseur van zijn eigen leven. Dat levert  interessante one-liners op en stof om over na te denken, zonder direct zwaarwichtig te worden. Boeiende lectuur dus, waarin de stijl van het oude epos met zijn ronkende epitheta aangenaam samengaat met een moderne invalshoek.
 
✮✮✮✮✩




maandag 9 januari 2012

Ik haal je op, ik neem je mee – Niccolo Ammaniti


Vertaald door Etta Maris
Nederlandse uitgever: Lebowsky
419 blz.

Een roman met alle Ammaniti-ingrediënten. Een klein Italiaans dorpje aan de kust, en de gebruikelijke losers, opgediend in een plot die je in de ban houdt van bij de eerste bladzijden. Geschreven met veel sympathie en absoluut geen uitlachproza. 
De eerste verhaallijn draait rond Pietro, een teruggetrokken schooljongen, die het thuis niet makkelijk heeft. Op school wordt hij gepest maar er is ook Gloria met wie hij veel optrekt en schooljuf Flora Palmieri, die hem geen kwaad hart toedraagt. Dan is er nog Graziano Biglia, flamboyante playboy en muzikant, die na jaren terugkeert naar zijn dorp, om er te trouwen met zijn blonde schoonheid van het moment. Je kan je bij het begin van de roman niet goed voorstellen hoe die levens met elkaar te maken krijgen, maar het gebeurt wel, en op overtuigende manier. Veel draait om beloftes die gemaakt schijnen om gebroken te worden. Toch klinkt het einde van de roman, tegelijk ook de titel, als een resoluut statement, als een nieuwe belofte. Roman die ontroert door de echtheid van zijn personages.

✮✮✮✫✫