Pagina's

zaterdag 26 februari 2011

Dat was het dan van Lionel Shriver

Bevreemdende leeservaring. De plot lijkt haaks op leesplezier te staan. Kan je genieten van een boek waarin kanker een hoofdrol speelt? Ja dus. 
Shep ziet zijn droom eindelijk in vervulling gaan als hij enkele-reistickets naar een Afrikaans eiland bestelt om er aan het zorgeloze Tweede Leven te beginnen. Maar het loopt even anders: net dan deelt zijn vrouw Glynis hem mee dat ze aan een ongeneeslijke en zeldzame vorm van kanker lijdt. Omdat hun ziekteverzekering waardeloos blijkt te zijn (Amerika vóór Obama) moet hij zijn spaarcenten aanspreken. Hoeveel moet je overhebben om het leven van je terminaal zieke vrouw te redden? 
Veel woede, onmacht en doffe ellende in deze roman. Maar toch een schitterend boek dat je weet te raken door zijn scherpe dialogen en ironische analyse van een high-techmaatschappij waarin je toch maar beter niet ziek wordt.  
★★★★☆

donderdag 17 februari 2011

Vrijheid van Jonathan Franzen



Het boek was nog niet uit of de recensenten schreeuwden al om ter luidst dat dit het boek van het jaar zou worden. Dat heb je met gehypete auteurs. Mijn favoriete leeservaring kondigt zich meestal met wat minder bombarie aan. Afwachten dus, en toch maar lezen.

In Vrijheid vertrekt Franzen net als in De correcties van de microwereld van het gezin en gebruikt het verder als opstapje naar de ruimere wereld. Het ouderpaar Patty en Walter Berglund doet hard zijn best om anders te leven dan hun ouders. Nadat Patty abrupt haar sportcarrière heeft moeten opgeven, stort ze zich vol overgave op het moederschap. En net zij slaagt er niet in om een bevredigende communicatie met haar kinderen op te bouwen. Walter probeert de troosteloosheid van zijn jeugd met een alcoholische vader en een marginale broer uit te wissen door een soort groene superjongen te worden. Maar een controversiële campagne brengt hem in het oog van de storm. Hun pad wordt voortdurend gedwarst door Richard Katz, een muzikant met een hoog rock-and-rollgehalte, die de catalysator van hun huwelijk wordt. Hun kinderen Jessica en Joey maken hun eigen keuzes. Vooral de zoon loopt daarbij in de kijker: al heel snel zet hij zich af tegen de verstikkende liefde van zijn moeder en maakt drastische keuzes. Met zijn strapatsen brengt hij kleur in deze wijdlopige roman, die met (iets te veel?) oog voor detail het leven van een middleclass gezin uit het Midwesten van de Verenigde Staten volgt. De grote wereld is nooit ver weg: het tijdperk van Bush, Clinton, Lewinsky, de oorlog in Irak, 9/11, de Club van Rome, de milieubeweging, de vete tussen Republikeinen en Democraten, consumentisme, de nieuwste technologische ontwikkelingen, ...
En de titel? Vrijheid of eerder de illusie van (keuze)vrijheid loopt als een rode draad doorheen deze roman. Meer dan eens wordt er nogal expliciet naar verwezen, alsof de auteur plots beseft dat zijn lezers die draad anders wel eens uit het oog zouden kunnen verliezen, door de wel erg lang uitgesponnen familie(soap)toestanden en de soms drammerigere politiek-economische betogen. 
Als leeservaring geeft dat een dubbel gevoel: je wordt door de formule van de familiekroniek  voortgezogen naar het einde, maar je beseft tegelijkertijd dat je onderweg met graagte enkele bladzijden overslaat.  
Misschien moet ik bij een tweede lectuur maar eens mijn eigen ‘remake’ lezen. 
★★★☆☆

donderdag 10 februari 2011

Waarover we zwegen

Waarover we zwegen van Maxine Case

Voor deze roman kreeg Maxine Case de Commonwealth Writers’ Prize of Best First Book.  Warm verhaal over de jeugd van een jonge vrouw uit Kaapstad in de jaren ’80: bij het sterfbed van haar moeder krijgt Danika plots  haar kindertijd met zijn vele onopgeloste vragen als een complete wolkbreuk over zich heen. Vragen over haar vader die plots zijn gezin verliet. Over haar moeder die geregeld een beetje ‘apart’ was. Over iets dat de volwassenen de Noodtoestand noemden.  In hun gezin was zwijgen toen het antwoord op alles. Een angstaanjagend zwijgen. Nu probeert Danika voor zichzelf antwoorden te vinden. En ook dat is niet altijd even geruststellend. De jonge vrouw is zich bewust van haar duistere kant: ‘Ik ben echt een kind van mijn moeder. En in dit simpele feit schuilt mijn grootste angst.’ Er hangt behoorlijk wat dreiging in deze roman, maar het perspectief van het jonge kind  houdt de roman in evenwicht. Een aanrader.    

donderdag 3 februari 2011

Vaslav van Arthur Japin


Schrijven over Vaslav Nijinski, sterdanser van de Ballets Russes aan het begin van de twintigste eeuw, kan alle kanten op. Schrijf je over zijn sprongkracht, die de wetten van de zwaartekracht leek te tarten, of over zijn waanzin? Of over de liefde(s) in zijn leven?
Arthur Japin doet het allemaal.  Zijn roman laat eerst Peter aan het woord, de huisbediende van de Nijinski’s, met een verslag van die noodlottige dag in januari 1919 als Nijinski midden in een voorstelling stopt met de woorden: ”Nu is het kleine paardje moe.” Hij heeft daarna nooit meer gedanst en nauwelijks nog gesproken. Zijn leven wordt een helletocht langs inrichtingen en ziekenhuizen. Peter is een simpele man, die voor hij in dienst kwam bij de Nijinski’s nog nooit een voet buiten zijn bergdorp had gezet. Van dansen  heeft hij geen kaas gegeten en de wereld van de ‘beau monde’ is hem helemaal vreemd. Toch geeft de nuchtere kijk van Peter misschien nog meer inzicht in de figuur van Vaslav dan de door bewondering en liefde vertekende blikken van zijn vrouw Romola en van Diaghilev, zijn vroegere patroon en partner, die in de volgende hoofdstukken hun licht laten schijnen over deze god van de dans. En ook het laatste hoofdstuk is voor Peter, voor wie misschien nieuwe horizonten wenken. Het is een kwestie van durven, meer niet. Vaslav heeft ook bij Peter iets losgemaakt, en de vreemde ‘vriendschap’ tussen een ster en zijn eenvoudige bediende is evengoed het thema van deze roman als de abrupte carrièrestop van Nijinski zelf. Net als in Een schitterend gebrek (over Casanova)  overstijgt Japin het biografische gegeven en maakt hij zijn eigen roman. Wie op zoek is naar een echte biografie, moet elders zijn of misschien de dagboeken van Nijinski proberen.  
Moet je iets van ballet en dans af weten om van deze roman te genieten? Niet echt, maar het helpt wel als je van ballet of dans houdt. Ik herinner me hoe ik in 1971 na het ballet “Nijinski, clown of God” nog zeer lang in de ban bleef van Jorge Donn, de sterdanser van Béjarts Ballet van de XXste eeuw.  Sterdansers hebben dat effect op een publiek en ik wil dan ook eindigen met een boutade van Nietzsche: “Ik zou alleen kunnen geloven in een god die danst.”
★★★★☆