Pagina's

maandag 23 augustus 2010

That Old Cape Magic, door Richard Russo.
Vertaald als Het inzicht van Griffin.


Als de personages uit de grote Amerikaanse romans (zoals De correcties van Franzen, of Revolutionary Road van Richard Yates) een staalkaart zijn van de Amerikaanse samenleving, dan hoeven alvast psychotherapeuten  zich nog geen zorgen te maken over hun  werkzekerheid. Onveranderlijk worstelen  de mannen en vrouwen uit deze romans met huwelijksproblemen, identiteitscrisissen, midlife- crisissen.  En ze willen allemaal zo hard. The American dream?
Zo ook Griffin in deze schitterende roman van Richard Russo. Afkomstig uit een academisch nest is Griffin nu zelf docent aan een universiteit aan de oostkust. Een status die zijn ouders nooit hebben weten te bemachtigen. Maar tegelijkertijd lijkt hij wel opgesloten in zijn huwelijk met Joy. Op weg naar een huwelijksfeest op Cape Cod raakt hij verward in zijn onvrede met zijn bestaan, zijn huwelijk dat op barsten staat en zijn ziekelijke drang om zich af te zetten tegen zijn ouders en zijn achtergrond. De reis naar de Cape, nog steeds de magische plek waar hij als kind met zijn ouders elk jaar  op vakantie kwam,  werkt als een soort catalysator. 
Jaren later is hij op weg naar het trouwfeest van zijn eigen dochter, inmiddels gescheiden van zijn vrouw, vele inzichten rijker en even zoveel illusies armer. 
'De middelbare leeftijd, begreep hij onderhand, was een periode in je leven waarin alles voorspelbaar was en toch zag je nooit iets aankomen.'
Prachtig zijn de scènes waarin hij rondrijdt met de asurn van zijn vader in de wagenkoffer. Dat hij er ook letterlijk niet in slaagt de asse uit te strooien, is een heel mooi en grappig beeld voor de krampachtige manier waarop Griffin zich probeert los te maken van zijn roots. Hilarisch ook de beschrijving van het incidentrijke trouwfeest van zijn dochter. De afwikkeling had wat mij betreft veel korter gekund. Niet in de ‘oplossing’ van de problemen als wel in de manier waarop Russo zijn personages tekent, zit de charme van deze roman. 
★★★★☆

dinsdag 17 augustus 2010

Io non ho paura, Niccolò Ammaniti. 2001.
Vertaald als Ik ben niet bang door Els van der Pluym. 206 p.

Op een bloedhete zomerdag in een godvergeten dorpje in het zuiden van Italië maken een aantal kinderen een fietstocht naar een verlaten heuvel. De negenjarige Michele doet een gruwelijke ontdekking: hij vindt een jongetje dat in een put ligt, vastgeklonken aan een ketting. Het wordt zijn geheim. Die geheimhouding heeft een prijs. De kleine Michele komt voor keuzes te staan die je geen mens toewenst.  Het contrast tussen de fantasierijke belevingswereld van het kind en zijn omgeving is  de grootste troef van dit verhaal.
Net als in Zo God het wil wisselt de auteur tragiek af met luchtigere scènes. Ook hier is de dreiging altijd voelbaar en kan een beetje ervaren lezer de plotwendingen wel voorspellen.  Maar dat doet niets af aan het leesplezier.
Beide romans hebben trouwens nog wel meer gemeen:  het thema van de  vader-zoonverhouding en de fascinerende schets van de onderrand van de Italiaanse samenleving. De romans werden beide verfilmd.
★★★★☆☆
Come Dio comanda, Niccolò Ammaniti. 2006.
Vertaald als Zo God het wil, door Etta Maris.


Deze roman zal nog lang blijven nazinderen.  Ik was er nochtans niet echt gerust in. De achterplattekst had mij niet helemaal overtuigd. Een groepje outcasts plannen een overval op een geldautomaat. Dat gaat gevaarlijk in de richting van een banale misdaadroman met een sociaal tintje.  En wat te denken van een marginale vader die zijn 13-jarige zoon Cristiano ‘vol tederheid en oprechtheid’ onderwijst in geweld en mishandeling? Ik was nieuwsgierig, maar toch wat op mijn hoede.
Maar het wonder gebeurt: de personages komen tot leven en zuigen je mee in hun  onvoorstelbare universum.  Herkenning lijkt dan ook niet het juiste woord: de wereld van Reno en Cristiano en hun ‘vrienden’ staat mijlenver van die van de doorsnee lezer. Toch overtuigen ze door hun honger naar liefde en erkenning, hun stuntelige communicatie, hun goedbedoelde pogingen om hun leven  weer op de rails te zetten, kortom door hun menselijkheid.  
Ook de plot werkt wonderwel: dat de nacht van de waarheid toevallig ook de meest apocalyptische stormnacht van de eeuw blijkt te zijn, is geen storend element, maar past naadloos bij deze bevreemdende roman, die balanceert tussen ‘noir’ en luchtige ironie.
Enig minpuntje: de  titel en de cover van de Nederlandse versie  zijn wat teleurstellend. 
Maar voor de rest kan ik alleen maar zeggen: als je maar één boek leest dit jaar, lees dan Come Dio comanda. Niet voor niets won Ammaniti voor deze roman de prestigieuze Premio Strega in 2007.

★★★★☆